Nieuws
Wie is wie in het ziekenhuis?
Je ligt in een ziekenhuisbed en praat met de verpleegkundige. Dan opeens zegt zij: "De arts-assistent komt zo bij u kijken".
Je laat het gewoon gebeuren en even later komt de arts-assistent langs. Je vertelt over je klachten en vraagt welke onderzoeken gaan plaatsvinden. De arts-assistent geeft aan dit nog met de medisch specialist te willen overleggen. De gedachte die door je hoofd gaat is: 'Waarom sturen ze niet meteen een ‘echte’ arts, maar komen ze eerst aanzetten met een arts-ASSISTENT'?
Daar komt hij dan, de ECHTE arts. Hij luistert met veel belangstelling naar je verhaal en onderzoekt je grondig. Dan zegt hij:“Ik haal de co-assistent erbij, want dit is interessant voor haar.” Je denkt: 'Co-assistent? Wie is dat nu weer?'
De co-assistent
De studie geneeskunde begint met een theoretisch deel van ca. vier jaar, Hierna volgt het klinische deel dat ongeveer twee jaar duurt. Die twee kliniekjaren bestaan voor het grootste deel uit de co-schappen en daarnaast voor een klein deel uit een wetenschapsstage. Tijdens de wetenschapsstage maakt de geneeskunde student kennis met het doen van medisch wetenschappelijk onderzoek. Met het oog op de strekking van dit verhaal zullen we hier niet verder op ingaan.
Waar het wel om gaat, zijn de coschappen. Tijdens de coschappen doet een geneeskundestudent praktijkervaring op in een ziekenhuis. Coschappen zijn als het ware stages van 4-10 weken op verschillende afdelingen van ziekenhuizen. Zo komt de student in aanraking met de dagelijkse praktijk van verscheidene afdelingen, zoals de heelkunde, interne geneeskunde, psychiatrie etc. In deze fase van zijn/haar studie wordt de geneeskundestudent een ‘co-assistent’ genoemd. Een co-assistent is dus eigenlijk niets anders dan een geneeskundestudent die meeloopt en waar mogelijk meedoet aan de dagelijkse praktijk van een afdeling in het ziekenhuis.
De arts-assistent
Een ander woord voor arts-assistent is ‘basis-arts’. Het is een arts die zijn studie geneeskunde heeft afgerond. Hij/Zij is dus bevoegd tot het uitoefenen van het beroep arts. Eigenlijk is het woord assistent een beetje misleidend, want een arts-assistent is gewoon een volwaardige arts, alleen niet met de bevoegdheden van een medisch specialist. Om deze bevoegdheden te krijgen moet de arts-assistent zich eerst specialiseren.
Arts-assistenten zijn te verdelen in twee groepen, namelijk ‘Arts-assistent niet in opleiding tot specialist’ (ANIOS) en ‘Arts-assistent in opleiding tot specialist (AIOS)’. De ANIOS werkt op een bepaalde afdeling, maar specialiseert zich nog niet in het desbetreffende vakgebied. Meestal werkt een ANIOS op de afdeling om ervaringsjaren op te bouwen om zo later aangenomen te worden tot de desbetreffende specialisatie. Een AIOS is een arts-assistent die bezig is zich in een specifiek vakgebied te specialiseren. Hij is dus bezig om opgeleid te worden tot medisch specialist.
De medisch specialist
Om in Nederland medisch specialist te zijn moet aan de eisen voor het betreffende specialisme zijn voldaan. Dit houdt in dat de AIOS een opleiding volgt in een daartoe erkend ziekenhuis. Na die opleiding wordt de AIOS door een registratiecommissie ingeschreven in een register waarna hij/zij zich medisch specialist mag noemen.
Samenvattend:
* Een co-assistent is een geneeskundestudent die nog bezig is zijn/haar geneeskunde studie af te ronden.
* Een arts-assistent is iemand die de geneeskunde studie heeft afgerond, maar nog niet is gespecialiseerd. Een arts-assistent is dus al arts, ook wel basisarts genoemd. De arts-assistent kan al bezig zijn met een specialisatie, maar dat hoeft niet.
* Een medisch specialist is een arts die zijn/haar specialisatie heeft afgerond en als specialist staat geregistreerd.
Dit stuk is gebaseerd op het artikel "Wie is wie?" van Arda Cöçeroglu, dat eerder verscheen in "Wegenerwijzer," van de Vasculitis Stichting.