FAQ over het AVL/NKI-onderzoek naar kanker bij DES-dochters

Lees hier het persbericht: DES-dochters hebben geen verhoogd risico op borstkanker

Het onderzoek van Anthony van Leeuwenhoek/Nederlands Kanker Instituut werd op vraag van het DES Centrum geïnitieerd. Daarbij werden er 5 hoofdvragen geformuleerd. Hieronder kun je de vragen en de antwoorden vinden.

1. Hebben DES-dochters ouder dan 40 jaar een verhoogd risico op specifieke vormen van kanker anders dan CCAC? De focus hierbij is op borstkanker, andere hormoon gerelateerde vormen van kanker zoals ovariumkanker, endometriumkanker en melanoom. Daarnaast is het goed om te kijken naar alvleesklierkanker.

In het onderzoek zijn de risico’s op verschillende specifieke vormen van kanker onder DES-dochters vergeleken met het risico in de algemene bevolking (rekening houdend met geslacht, leeftijd en kalenderjaar). Hier komt uit naar voren dat er geen verhoogde risico’s zijn voor DES-dochters op specifieke vormen van kanker anders dan kanker van de vagina. Ook voor DES-dochters in de leeftijd van 40-69 jaar, zijn er geen verhoogde risico’s op borstkanker, ovariumkanker, endometriumkanker, melanoom en alvleesklierkanker gevonden.

2. T.a.v. borstkanker is tevens de vraag of het risico voor DES-dochters toeneemt met de leeftijd.  

In het onderzoek is voor het risico op borstkanker naast de vergelijking met het risico in de algemene bevolking, ook een vergelijking gemaakt met het risico onder niet-blootgestelde zussen van de DES-dochters. Uit beide vergelijkingen komt geen verhoogd risico op borstkanker naar voren. Ook als er naar verschillende leeftijdsgroepen gekeken werd, werd er geen verhoogd risico op borstkanker gevonden. Het risico op borstkanker liep niet op met toenemende leeftijd.

3. Wordt de uitkomst hiervan mede bepaald doordat DES-dochters minder/geen kinderen hebben en/of hun eerste kind hebben gekregen op oudere leeftijd? 

Een groot deel van de onderzoeksgroep heeft een vragenlijst ingevuld over onder andere (hormoongevoelige) risicofactoren. Uit deze vragenlijsten weten de onderzoekers dat de DES-dochters in ons onderzoek vaker geen kind hebben en, als ze kinderen hebben, minder kinderen hebben dan vrouwen in de algemene bevolking. DES-dochters hebben ook minder vaak een kind en minder kinderen vergeleken met hun niet-blootgestelde zussen. Als DES-dochters kinderen hebben gekregen, verschilde de leeftijd waarop zij hun eerste kind kregen niet van de zussen.  

In de vergelijking van het risico op borstkanker tussen DES-dochters en hun niet blootgestelde zussen hebben de onderzoekers rekening kunnen houden met onder andere de verschillen in aantal kinderen. De analyses lieten echter zien dat het corrigeren voor deze verschillen de resultaten niet veranderde.   

4. Is het risico verhoogd voor oestrogeenreceptor negatieve borstkanker? 

In dit onderzoek is niet specifiek gekeken naar oestrogeenreceptorstatus omdat het overall risico op borstkanker niet verhoogd was. 

5. Is het risico verhoogd voor oestrogeenreceptor positieve borstkanker? 

In dit onderzoek is niet specifiek gekeken naar oestrogeenreceptorstatus omdat het overall risico op borstkanker niet verhoogd was.

Mocht je nog vragen hebben naar aanleiding van dit bericht, dan kun je contact met ons opnemen via de chat of stuur een mail naar voorlichting@descentrum.nl.