Powered by Smartsupp

Nieuws

20
nov
2016

Vasthouden en loslaten

Vasthouden en loslaten

DES-dochter Annemarie Klanderman schreef een boek over de vroeggeboorte van haar zoon David. “Inanna” heet het. “Over vasthouden en loslaten rond een vroeggeboorte”.
Op 7 oktober presenteerde zij het eerste exemplaar aan de arts die precies vijf jaar geleden bij haar een noodcerclage aanbracht, waarmee een onzekere tijd aanbrak.
Hanneke Nusselder van het DES Centrum was bij de boekpresentatie en sprak met Annemarie.

Uit de presentatie van Annemarie:
“6 oktober 2011: 20 weken zwanger. 4 cm ontsluiting. Vonnis: ‘u gaat deze zwangerschap verliezen’. Deze zwangerschap ging om ons kind. Ongeloof, verdriet, stilte. ‘We gaan u opnemen, we zien wel wat er gebeurt.’
De volgende ochtend . Een andere gynaecoloog aan mijn bed. ‘Ik neem je mee de OK in’. Een noodcerclage, een bandje om de baarmoedermond, kans van slagen 10%. Huilend word ik de OK ingereden. Huilend onder narcose gebracht. Het volgende moment word ik wakker, met mijn ene hand op mijn buik, de ander op mijn hart, waarbij me wordt ingefluisterd: ‘het is goed gegaan’…..En toen: afwachten. Er kon nog zoveel misgaan en ons kindje was nog lang niet levensvatbaar. Het grote vechten was begonnen.”

Annemarie, heb je tijdens die spannende periode, nadat de noodcerclage was aangebracht, alles wat er gebeurde steeds opgeschreven?
Toen ik net in het ziekenhuis lag, bracht mijn vader een schriftje voor me mee. Om eens wat van me af te schrijven en bij te kunnen houden wat de artsen allemaal zeiden. Dat bleek het begin van een dagboek, dat verspreid raakte over verschillende schriften, losse velletjes en post-its. Tijdens alle weken dat ik in het ziekenhuis lag, en later toen ik wekenlang thuis op bed moest liggen schreef ik van alles op. Maar ook nadat David werd geboren bij 31 weken en 3 dagen en ook de hele periode dat hij op de NICU* lag, en daarna in de ziekenhuizen in Enschede en Hengelo. Toen David thuiskwam en ik zelf weer moest landen in ons eigen leven bleef ik in mijn dagboek schrijven.

Had je direct het idee: hier wil ik een boek van maken?
Nee, daar had ik van tevoren niet over nagedacht. Maar gaandeweg voelde ik de behoefte om de artsen en verpleegkundigen en andere zorgverleners met wie ik in deze periode te maken had, iets terug te geven. Om een inkijkje te geven in de kop van een patiënt. Ik ben ze zo dankbaar voor de goede zorg en aandacht die wij van hen kregen. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar ik vind dat het dat niet is. Het blijft mensenwerk.

“Inanna” heet je boek. Wat betekent dat?
Inannna was een hemelgodin, de allergrootste godin van de Soemerische religie, zo’n 5000 jaar geleden. Zij had tegenstrijdige rollen. Zo was zij de godin van zowel de vruchtbaarheid als de oorlogsvoering.
In-an-na staat ook voor mijn kind dat zich IN mij bevond en hoe het daarNA verderging. Misschien wat vergezocht, maar ik heb dat toch een mooie titel gevonden.

‘Oorlogsvoering’ zeg je. Is dat hoe je naar die periode kijkt?
Het was echt een strijd. De overlevingsdrang maakte mij sterk. Ik vocht. Ik voerde een strijd om hem te houden. Ik was in het moment. Geen aandacht voor wat geweest was en geen aandacht voor wat zou kunnen komen. Alle energie richtte ik intuïtief op het hier en nu, want daar was het nodig, bij mijn kind. Ik zou bij hem blijven, wat er ook zou gebeuren.

Je vertelt in je boek over het verdriet achteraf. Wat bedoel je daarmee?
Toen alles achter de rug was en David thuis was, toen begon het voor mij pas. Als je ooit bent begonnen een dekentje te breien voor je ongeboren kindje om hem in te begraven ben je gewond geraakt, ook al loop je later zielsgelukkig te wezen met een klein slapend mensje op je arm, in datzelfde dekentje. De pijn en dat verdriet heb ik moeten doormaken, dat is een rouwproces.

Je ging dus door een rouwproces ondanks dat David het gered heeft?
Als alles goed is gekomen overheerst dankbaarheid. Ook de omgeving ziet vooral het eindresultaat en wijst je goed bedoeld op het nu mogen gaan genieten. De traumatische gebeurtenissen die eraan vooraf gingen kun je echter pas verwerken als de overlevingsfase achter de rug is. Pas dan komt langzamerhand het vermogen je ook kwetsbaar te kunnen voelen weer terug. Als je dus weer thuis bent en alle contacten met het ziekenhuis zijn gestopt. Of pas jaren later, als de rust is weergekeerd, of je misschien zelfs uitgeput bent geraakt van de zorgen om je kind. Pas dan is er sprake van het nog moeten gaan verwerken van het verborgen verdriet terwijl je er dan zo alleen voor staat.

Heeft het schrijven daarbij geholpen?
Ja, het schrijven gaf me de gelegenheid om steeds even in en uit die situatie te stappen. Ik kon af en toe gewoon janken. Papier vraagt niet van je steeds te laten zien dat je ook blij bent.

Een ander thema van je boek is het ‘verborgen verlies’. Kun je daar iets over vertellen?
Ik was wel zwanger, maar niet in verwachting. Een zwangerschap is vaak zeker geen roze wolk, maar in mijn geval was er geen onbezorgdheid, geen pronken met mijn buik, geen zwangerschapsyoga, geen rompertjesverzameling aanleggen. Toen we langs de rand van de afgrond liepen heb ik de diepte niet in kunnen kijken, maar ook de mooie, groene berghelling niet gezien. Pas achteraf besefte ik het verheugen, het ontvangen van mijn kind te hebben gemist.

In hoeverre speelt jouw DES-achtergrond een rol in dit verhaal?
Een DES-dochter met een kinderwens is zich er haar hele leven van bewust dat dit misschien geen goede combinatie kan zijn. En als je dan toch moeder wordt, dan is dat een heel groot goed. In mijn waardensysteem staat mijn moederschap dus nogal op 1. Ik zeg dit als DES-dochter, maar denk daarbij ook aan mijn (DES-)moeder. Die zelf geconfronteerd werd met een dreigend verlies tijdens haar eigen zwangerschap en dit nu ook bij haar eigen dochter zag gebeuren. Alsof de geschiedenis zich herhaalt. Ik draag het boek daarom op aan mijn moeder.

Speelt die periode van de dreigende vroeggeboorte van David en de tijd nadat hij geboren werd nog steeds een rol in je leven?
Ik kan niet meer zonder dit verhaal zijn. Het heeft mij gevormd.

En nu begeleid je mensen die ook met een vroeggeboorte te maken hebben?
Klopt. Dat doe ik in mijn praktijk als psychologe.
Ik heb vaak gedacht: het zal je maar gebeuren dat je dit overkomt en je bij niemand terecht kunt met je verhaal. Een deel van de opvang gebeurt in het ziekenhuis. Maar ook al trekken gynaecologen, kinderartsen en verpleegkundigen alle tijd voor je uit, er zit toch een wachtkamer vol andere patiënten die ook zorg en aandacht nodig hebben. Daarom wil ik heel graag mensen helpen die in dezelfde omstandigheden verkeren als ik destijds. Vooral in dat gedeelte ‘verborgen verdriet’ waar ik het eerder over had, zou ik graag in beeld komen als hulpverlener. Ik heb de afgelopen tijd contacten gelegd binnen verschillende ziekenhuizen om zo samen te kunnen werken in die nazorg aan ouders. Het is mijn grote wens om als psychologe en ervaringsdeskundige als brug te fungeren tussen de ziekenhuiswereld en thuis.

“Inanna” kost € 19,50 en is te bestellen via de website van Annemarie www.klandermanarav.nl

* NICU: Neonatale Intensive Care Unit

Op de foto: Annemarie en haar gezin. In het midden David.