Nieuws
Wie zijn de vrijwilligers van het DES Centrum? Annemarie Klanderman
Tijden veranderen, zo vertelt Maria Zwart in een interview over het DES Centrum. En door die veranderende tijden vangt het DES Centrum werkzaamheden op met onder andere vrijwilligers. Wat drijft mensen om zich als vrijwilliger in te zetten voor het DES Centrum? Deze keer vertelt Annemarie Klanderman over haar betrokkenheid bij het DES Centrum. Ze is moeder van twee kinderen en woont met haar gezin in Delden.
“Ik heb erg de behoefte zinvol bezig te zijn met iets dat dicht bij mezelf staat. Dat komt vanuit het idee dat we het samen moeten doen op deze wereld. Ik vind de verbinding met elkaar belangrijk. En als psycholoog voeg ik graag iets toe aan het emotionele welzijn van mensen. Dus ook aan het welzijn van DES betrokkenen.”
Aan het woord is Annemarie Klanderman. Ze studeerde klinische en gezondheidspsychologie in Utrecht. Tijdens haar studie stapte ze binnen bij het DES Centrum, werd vrijwilliger en kreeg daarna een dienstverband bij het DES Centrum.
“Ik heb van 2001 tot 2007 bij het DES Centrum gewerkt als medewerker Hulpverlening en Informatievoorziening. Toen ik als psycholoog aan de slag kon in een eerstelijnspraktijk ben ik uit dienst getreden. Ik ben wel als vrijwilliger betrokken gebleven.”
Annemarie werkte als vrijwilliger mee aan lotgenotencontact en opsporing. Ook was ze actief bij telefoondiensten wanneer het DES Centrum veel reacties van mensen verwachtte. Bijvoorbeeld als er een bericht in de media verscheen. De laatste jaren staat ze af en toe op beurzen en congressen, geeft daar informatie en promoot het DES Centrum. Zo stond ze op 15 november op het Gynaecongres met een stand van het DES Centrum en Olijf. Ook is ze actief als moderator op de facebookpagina van het DES Centrum.
“Het DES Centrum was vroeger meer gericht op opsporing van DES-betrokkenen en het steunen van de achterban. De behoefte bij de achterban aan lotgenotencontact is afgenomen, als ik het vergelijk met vroeger. Én we konden meer doen, omdat het DES Centrum beschikte over een groter, vast team en meer budget.”
“De groep vrijwilligers bestond heel lang uit een vaste groep. Langzaamaan ging die groep slinken. Omdat je betrokkenheid bij je eigen DES-verhaal verandert in de loop der jaren. Of omdat het na 20 jaar wel een keer genoeg is. Bij mij werkte het anders. Waar ik vóór de geboorte van onze jongste merkte dat ik mijn DES-verhaal als afgerond beschouwde, laaide mijn strijdbaarheid en betrokkenheid weer op ná zijn geboorte. Doordat we geconfronteerd werden met typische DES-complicaties.”
“Gezien de toekomst van het DES Centrum adviseer ik DES-betrokkenen proactief te zijn en niet af te wachten. Noem áltijd jouw DES-betrokkenheid bij je arts in het geval van een klacht. En informeer jezelf, zoek op internet, google in medisch wetenschappelijke literatuur. Neem je eigen verantwoordelijkheid. Ik ben aardig op de hoogte van wat er bij het DES Centrum speelt doordat ik er heb gewerkt en nu als vrijwilliger actief ben. Maar ik ben bijvoorbeeld heel blij met het werk dat Marit Poulissen doet voor het DES Centrum waarbij zij alle kennis en informatie voor de toekomst helpt waarborgen. En DES-betrokkenen die heel graag willen dat het DES Centrum blijft bestaan: meld je vooral als donateur!”
“Ik bruis ondertussen van de plannen. Ik ben net mijn eigen praktijk begonnen en zou ook graag bezig zijn met nazorg voor ouders van prematuren. Wat het DES Centrum betreft? Ik blijf betrokken!”
In de volgende DES Nieuws staat een geschreven stuk van Annemarie over haar aanwezigheid bij het Gynaecongres op 15 november.