Nieuws

“We werken hard aan een DES Centrum met een nieuwe organisatiestructuur”, zegt Maria Zwart, directeur van het DES Centrum. “Mensen gaan dat merken, bijvoorbeeld in onze bereikbaarheid. Maar ons streven is om de dienstverlening op pijl te houden. Tijden veranderen. Wij ook”.

In de loop van de jaren heeft het DES Centrum een groot aantal wetenschappelijke artikelen rond het onderwerp DES verzameld. Deze wetenschappelijke artikelen zijn overzichtelijk weergegeven in een Excel-bestand.

Wat staat mij of mijn (eventuele) kinderen in de toekomst nog te wachten aan DES-gevolgen? Dat is een vraag die regelmatig voorbij komt aan de telefoon of in de email. Een vraag waar we helaas geen duidelijk antwoord op kunnen geven, maar de strekking is vaak hetzelfde: daar hebben we meer wetenschappelijk onderzoek voor nodig.

Reorganisatie, de term is al menig keer gevallen en inmiddels krijgt DES Centrum 2.0 meer vorm, zijn er concrete stappen gezet en wordt tastbaar dat er veranderingen gaan optreden.

Het vertrek van Kim heeft invloed op de werkzaamheden binnen de organisatie. Iemand moet haar rol binnen projecten, haar werkzaamheden voor de website, het beantwoorden van vragen, etc. over gaan nemen. Bovendien zitten we midden in de overgang naar een nieuwe organisatievorm. We gaan dat opvangen, maar kunnen niet uitsluiten dat jullie het gaan merken.

Niet iedere dag, niet iedere week even veel, maar frequent krijgt het DES Centrum vragen van DES-betrokkenen, artsen, andere organisaties, etc. over DES en de gevolgen. Die vragen komen via allerlei kanalen bij ons binnen en via het gewenste medium geven we een reactie en hopelijk ook de gewenste informatie.

In de vorige DES Flits hebben we het boekje met daarin de kwaliteitscriteria vanuit het perspectief van vrouwen met een vorm van gynaecologische kanker aan jullie gepresenteerd. Dit boekje is één van de resultaten uit het samenwerkingsproject van het DES Centrum met Olijf en HOB.

Door onze voorgeschiedenis zijn we als DES Centrum altijd alert op informatie over medicijn, middelen, etc. en bijwerkingen. Uit ervaring weten we immers hoeveel impact bijwerkingen van een middel kunnen hebben. We vinden het dan ook een interessante ontwikkeling dat de wetenschap al zo ver is dat ze soms tot op genniveau de impact van een middel kunnen herleiden. Zo ook bij het kruid Aristolochia.